brekend: ik heb nog geen buikloop

1. Nooit eten op straat kopen. Zeker geen vlees. Noch vis. 2. Altijd je handen wassen. Juist voor het plassen 3. Theewater echt tot het kookpunt brengen. En dan nog even. 4. Fris zonder ijs (van kraanwater), en alleen uit een flesje. Dat voor je ogen geopend wordt. 5. Bij twijfel een druppel purifier in het water en een half uur laten staan. 6. Elke dag een vitamine- en een pro-biotica pil 7. Flesje dettolspray bij je geld zodat je na elke transactie van vodjes en bacteriën onschadelijk kunt maken. 8. Geen hand geven maar een boks. En dan nog niet in je neus peuteren, in je ogen wrijven of je vingers aflikken.

1. Nooit eten op straat kopen. Zeker geen vlees. Noch vis.
2. Altijd je handen wassen. Juist voor het plassen
3. Theewater echt tot het kookpunt brengen. En dan nog even.
4. Fris zonder ijs (van kraanwater), en alleen uit een flesje. Dat voor je ogen geopend wordt.
5. Bij twijfel een druppel purifier in het water en een half uur laten staan.
6. Elke dag een vitamine- en een pro-biotica pil
7. Flesje dettolspray bij je geld zodat je  elke transactie van vodjes en bacteriën onschadelijk kunt maken.
8. Geen hand geven maar een boks. En dan nog niet in je neus peuteren, in je ogen wrijven of je vingers aflikken. (weetje van de dag: Obama heeft een mannetje achter zich aanlopen met een flesje ontsmetter. Na vijf geschudde handen even sprayen. Want je wil geen POTUS die altijd verkouden is of uren op de oval office zit.)

De vraag is niet of je het krijgt, maar wanneer volgens de reisgids. Of zoals Maimouna zegt: een Afrikaans welkom.

Jelle Brandt Corstius (van de hoewel erg flauwe en veel te niet compact om mee op reis te nemen toch zeer vermakelijke en herkenbare ‘universele reisgids voor moeilijke landen’) is voor zijn serie naar India geweest (officieel het vieste land ter wereld) (Lees voor inspiratie het diareehoofdstuk in backpackers cultmustreadmockroman ‘Are you expierenced?’) en heeft het gewoon niet gekregen.

Door zijn ijzeren discipline.

Altijd al sprinkhanen willen eten. Best lekker, maar een beetje te vet voor 10 uur ‘s ochtends besluit ik als ik er een geproefd heb. Van een al uren in de zon liggende stapel. Op de vieste plek van Kampala. Van de vieste lepel van Uganda. Door de vieste man ter wereld. Oh ja, de 8 geboden. Shit.

Maar ik wil juist op straat eten. Voor je het weet ben je een heuptasjes toerist die alleen maar Westers eten in het hotel eet en niks van het land heeft geproefd. Toch doe ik een heuse poging de overige 7 geboden te eerbiedigen. Gelukkig heb ik Loperamide bij me. Familieverpakking.Want ik ben al een keer mijn malariapil vergeten. En mijn telefoon kwijt geraakt (Die gelukkig in de taxi lag van een bekende chauffeur lag. Je kunt me morgen sms-en op mijn Oegandse nummer). En een boeklaten liggen. Op dag 2. Ligt aan de Malarone. Heus niet aan mij.

Dit is de eerste blog van wat misschien wel een reeks wordt. Waarin ik jullie jaloers maak met verhalen over safari’s, feesten en hongerbuikjes. Tot begin maart ben ik in Oost-Afrika: twee weken vakantie in Kampala, dan een maand iets van werk (als vrijwilliger een organisatie helpen met toerisme ontwikkelen, meer weet ik ook nog niet) bij de grens met Congo en dan nog een maand bestemming onbekend.