In NRC stond dit weekend (31/07) mijn reactie ophet artikel van United Netherlands genoot Bart Fleuren. Dit is een uitgebreide versie van mijn brief.
Niet het systeem vervreemdt kiezer van gekozene, maar valse verwachtingen.
Verkiezingen, de opkomst van protestpartijen en een ingewikkelde formatie: elke keer als burgers onvrede tonen, worden de klassieke betogen voor een nieuw kiesstelsel van stal gehaald.
Bart Fleuren herhaalde ze ook nog maar een keer in NRC. Hij stelt dat mensen zich niet serieus genomen voelen door politici. De schuld legt hij bij het systeem, dat teveel macht bij partijen legt. Volgens hem moeten we een gekozen minister president en een districtenstelsel krijgen. Dan voelen mensen zich weer vertegenwoordigd. Maar het omgekeerde zal juist gebeuren. De verwachting wordt gewekt dat jouw wil direct wordt uitgevoerd, en dus wordt de teleurstelling – en dus de kloof – des te groter als dat niet gebeurt.
Met een gekozen minister president wordt de verwachting gecreëerd dat deze zijn programma kan uitvoeren, maar in de praktijk is deze gewoon afhankelijk van de wil van het parlement. Wie snapt het nog als gekozen MP Wilders van het parlement geen hoofddoekjes mag belasten, of zelfs een links kabinet moet leiden?
Een districtsvertegenwoordiger vertegenwoordigt alleen de grootste minderheid. Een groot deel van de volkswil gaat zo verloren. De verwachting wordt gewekt dat hij namens iedereen in een regio spreekt, dus wie snapt het nog als ‘jouw vertegenwoordiger’ vervolgens niet consequent jouw mening verwoord? Ik voel mijn wil beter verwoord door een GroenLinkser uit Lutjebroek dan een PVVer uit mijn straat, andersom geldt dat ook.
Daarbij: een gekozen premier beoogt een invloedrijke premier die veel macht krijgt. Een districtenstelsel moet bijdragen aan de invloed van het parlement. Dat sluit elkaar eigenlijk uit.
De kern van het probleem is juist dat er al volstrekt irreële verwachtingen gecreëerd worden. De meest stoere beloften worden gedaan, maar breekpunten sneuvelen even makkelijk als dat ze zijn uitgesproken. Politici doen net alsof ze alles kunnen veranderen, terwijl hun invloed best wel meevalt. Al het slechte komt uit Brussel, al het goede van henzelf. Wat ze ook beweren, ze vinden altijd wel een opiniepeiler die laat zien dat ze eigenlijk namelijk de meerderheid spreken. En de ander liegt en draait altijd, voortschrijdend inzicht is een zonde.
In een democratie ben je niet alleen de baas, er moeten compromissen gesloten worden. Maak compromissen transparanter, vertel een eerlijk verhaal en durf je eigen kunnen te relativeren. En vergroot dus vooral niet die absurde verwachting dat jouw vertegenwoordiger altijd zegt en – vooral – direct regelt wat jij wilt. Van ontevreden kiezers komt ook nooit de verontwaardigde roep om een districtenstelsel. Wel om “deliverance”.
Maar goed, hoe zorg je dat politici een beter verhaal vertellen? Ik zoek er ook nog naar. Het systeem de schuld geven is veel eenvoudiger. In Groot Brittannië is ook een grote kloof. Dus gaan daar stemmen op voor verandering: voor ons representatief stelsel. Een structuur veranderen is makkelijker dan een cultuur. Maar het lost het probleem niet op: Ook een districtskandidaat gaat heus niet zeggen dat hij de wijsheid niet in pacht heeft. Een gekozen MP heus niet zeggen dat hij compromissen moet sluiten. Creëer dan ook niet die verwachting. Creëer zo ook niet de verwachting dat chronisch ontevreden mensen dan opeens wel die band voelen. Verwacht niet te veel van de structuur, maar ga structureler om met verwachtingen.