In Nederland is het een nare ziekte. “Hoe gaat het?” Of de dodelijke variant: “Alles goed?”. Zeg dan maar eens “nee”. Zeg dan maar eens “Nou, ik heb echt een kutdag. Mag ik mijn hart even bij je uitstorten?” Het is gewoon een betekenisloze groet. Je kan net zo goed “hoi” roepen. Of “krabt de kat de krullen van de trap?”
Bij ons is de ziekte behandelbaar met botte reacties en cynisme. In uganda is het een onbehandelbare epidemie. “How are you?” “Fine and you?” “fine”. Als je deze beleefdheid overslaat betaal je 1000ush meer, duurt het nog langer voor je eten krijgt en krijg je geen glimlach terug.
Het antwoord is niet heel gevarieerd. De fietsenmaker is fine. De pompbediende is fine. Mijn baas is fine. De mevrouw die het eten kookt is fine. De man die voor een fooi met een hakmes de hele dag zinloos gras staat te maaien is fine. Een kleuter die een jerrycan groter dan zijn hongerbuik op zijn hoofd kilometers naar huis moet torsen is fine. De serveerster die naar je tafel sloft, je behandelt alsof je iets oneerbaars vraagt en uitstraalt dat ze liever op een cactus gaat zitten dan jou eten voorzetten is fine – al zegt ze het op een toon die klinkt als “uitzaaiingen”. Iemand die met zijn auto vast zit in de modder is fine. Het naar weken oud zweet stinkende weeskind dat rakelings langs auto’s over straat kruipt, zijn in lompen gehulde en door aids verlamde benen achter zich aanslepend, opzichtig genegeerd door de omstanders is fine. Iedereen is hier de hele tijd fucking fine. Als een speelgoedrobot met een ‘fine’ knop. Als je zegt ‘ goodmorning’ is de reactie ook “fine”.
Ik probeer zo vaak mogelijk niet fine te zijn. Als ik wielren ben ik “exhausted”. Als ik aan tafel ga ben ik “hungry”. Als het regent ben ik “wet”. Als het laat is ben ik “tired”. met een biertje ben ik “relaxed”. Het leidt tot hilariteit en leuke ontmoetingen. Het ontregelt.
Maar de mensen lijken ook fine. Behalve de kinderen zijn mensen niet erg uitbundig. Of geirriteerd. Het is zoals het is. De bus gaat wanneer die gaat, je eet wat er vandaag is en doet wat er vandaag te doen is. Je bent ziek of gezond. Dat is fine. Of in elk geval hoor je het dat te vinden.
Voor een debat moest ik eens naar een voorbespreking. De man die me had ingehuurd haalde me op Schiphol op. De fyra had stilgestaan in een tunnel en ik was 20 minuten te laat. Dus totaal in de stress. “hoe is het?” vroeg de joviale man. “balen en stress. Nooit problemen met de NS, maar moet ik een keer op tijd zijn is die te laat.” Hij trok een wenkbrauw op. “Nou, als je daar je humeur door laat bepalen…”
Gelijk ontspande ik en lette weer op de omgeving. In het gesprek dat volgde vertelde hij regelmatig in Afrika te werken.
Toch ga ik een keer iemand die “fine” zegt op zijn bek slaan. En het dan nog een keer vragen. Voor de afwisseling.